Hieronder vind je een aantal kaartjes waarop onze reisroute is aangeduid. Hopelijk zijn de kaartjes duidelijk genoeg om er iets van te maken.
Slovenië
Hieronder vind je een aantal kaartjes waarop onze reisroute is aangeduid. Hopelijk zijn de kaartjes duidelijk genoeg om er iets van te maken.
Nu we al meer dan 2 maanden terug thuis zijn, probeer ik toch even een overzichtje te maken van de adresjes waar we logeerden, voorzien van wat commentaar. Aangezien ik een slechte slaper ben, besteed ik ook wat aandacht aan licht en lawaai.
We boekten de meeste adresjes via www.booking.com of via www.airbnb.be.
Wij boekten meestal 1 à 2 dagen vooraf. In uitzonderlijke gevallen ook de dag zelf. Gebruik bij AirBnB daarvoor de optie ‘direct reserveren’. Zo vermijd je dat je te lang moet wachten op antwoord van de verhuurder.
In Bosnië-Herzegovina zijn er veel AirBnB panden. In Montenegro en Albanië was Booking gemakkelijker.
Op AirBnB betaal je meteen met de bankkaart. Op Booking fungeert de bankkaart enkel als onderpand. De overnachtingen zijn ter plaatse te betalen. Dit kan soms vervelend zijn als bankkaarten ter plaatse niet aanvaard worden en je onvoldoende cash bij hebt.
We hebben gemerkt dat sommige panden zowel op AirBnB als op Booking stonden. AirBnB is niet langer een platform voor mensen die een deel van hun huis willen verhuren, want er staan ook heel wat commerciële panden op.
AirBnB rekent servicekosten en poetskosten aan. Bij Booking is dat niet het geval.
Alle prijzen hieronder zijn voor een appartement/studio/kamer voor 2 personen.
TIP: Als je met meer dan 1 persoon reist, waarvan niet iedereen lid is, dan kan je zowel via AirBnB als Booking een nieuwe klant voorstellen. Daardoor krijgt zowel de oorspronkelijke klant als de nieuwe klant een korting voor een volgende boeking, ook al wonen beiden op hetzelfde adres. Op die manier spaarden we toch wat geld uit. Maar daardoor zijn sommige prijzen hieronder wat vertekend.
Via Booking kan je voor bepaalde locaties ook Genius korting krijgen als je regelmatig boekt.
Door het slechte weer in de bergen, zijn we minder lang in Montenegro gebleven dan gepland. Maar wat een mooi land! Tips genoeg voor de rubriek 5x doen.
Iedereen die naar Montenegro reist, bezoekt de baai van Kotor. Het is er dan ook heel erg toeristisch, wat voor ons een shock was na enkele weken in Bosnië-Herzegovina. Maar iedereen vindt er wel zijn ding. Met de auto rijd je makkelijk de baai rond (toch buiten het toeristisch seizoen). Hercig Novi was voor ons een goede uitvalbasis. Er starten in de buurt een aantal wandelingen. Onderweg is Perast een bezoekje waard. Vandaaruit kun je ook met een bootje twee kleine eilandjes bezoeken. Kotor zelf is super toeristisch, maar leuk om even rond te wandelen. Wij waren er rond lunchtijd, ideaal. En Kotor verlaat je natuurlijk via de ladder van Kotor/Cattaro, de haarspeldbochtenweg de bergen in met een fantastisch uitzicht op de baai.
Vlakbij Cetinje vind je het Mausoleum van Njegos. Het is een indrukwekkend bouwwerk daar hoog in de bergen. En als dit je niet boeit, ga er voor het 360° uitzicht over de mooie omgeving. Reken wel op een klim van 470 trappen.
Durmitor, het wandelparadijs bij uitstek! Logeren doe je best in Zabljak. Maar ook zonder wandelschoenen is Durmitor een aanrader. Rijd langs de weg vanuit Pluzine (Piva canyon) naar Zabljak en roep ‘waauw’ en ‘oooooh’. Een korte en mooie wandeling maak je rond het Zwarte meer, maar zorg hier toch ook voor stevig schoeisel. Door de slechte weersvoorspellingen hebben wij jammer genoeg geen andere nationale parken meer bezocht om te wandelen.
Bergen + rivieren = canyon, de één al spectaculairder dan de ander. En Montenegro heeft wel een aantal pareltjes. Wij reden door de Piva canyon en de Tara canyon. Er zijn niet veel plaatsen om te stoppen voor een foto. Gewoon genieten van de rit dus. Of doe de zipline bij de Tarabrug!
Meren, en nog meer deze met bergen rond, hebben iets betoverend. Het Skadarmeer is uitgestrekt en heel speciaal door de moerasgebieden. Vanuit Virpazar kun je je in een bootje laten rondvaren. Wij kozen voor de kajak. ’s Avonds voel je je armspieren, maar dat is het waard. Het bekende uitzichtpunt op de Rijeka Crnojevica is zeker ook de moeite. Maar dit is wel een uur rijden vanuit Virpazar, langs een kronkelige weg in niet al te beste staat.
Ons bezoek aan Montenegro sluiten we op 19 juni af met een bezoek aan Stari Bar, dat is een oude vestingstad nabij het huidige toeristisch centrum Bar.
Het weggetje naar de oude stad is bezaaid met souvenirwinkeltjes en leuke restaurantjes. Wij aten tegenover dit restaurant (zie foto) en waren er heel tevreden over.
In de oude vesting liepen we rustig rond, zonder al te veel andere toeristen.
Er is veel moeite gedaan om de site toegankelijk te maken. Er loopt een programma om zo veel mogelijk gebouwen te herstellen, maar ik weet niet of de beleving daardoor beter zal worden.
Door de slechte weersvoorspellingen voor de volgende dagen slaan we de andere geplande berggebieden (Biogradska Gora, Komovi) over en reizen we van Zabljak meteen door naar Virpazar.
Virpazar is een klein dorpje dat overdag overspoeld wordt door de toeristen die een boottochtje willen maken op het Skadar meer, maar ‘s avonds daalt de rust er neer. We slapen er in een kleine studio met een mini badkamer (hoe krijg je een douche, WC en lavabo op 1 m²?).
Wij beslissen om het wat actiever aan te pakken dan de doorsnee toerist en huren een kano, voor 30 euro/dag. Deze dag wordt één van de beste ervaringen van onze reis. Rietkragen, velden van gele plomp en waterlelie, uitgestrekte watervlaktes, eilandjes wisselen elkaar af.
In de winter zit het hier vol vogels (Ramsar gebied), maar wij zien vooral futen, meerkoeten, dwergaalscholvers en een paar reigers. Op de wegen rond het meer komen we meerdere landschildpadden tegen.
We rijden naar het bekendste uitzichtpunt over de Rijeka Crnojevica, wat al snel een uurtje van Virpazar ligt, langs een kronkelige en niet al te beste weg.
Bij het wegrijden van Zabljak passeren we aan de beroemde brug over de Tara.
Het is niet enkel de brug die erg spectaculair is, maar langs de brug kan je ook Zip-linen. Langs een stalen kabel glijd je comfortabel in zithouding van de ene naar de andere kant van de canyon. Er zijn verschillende bedrijfjes die dit aanbieden. De prijs is 10-25 euro. Maar op rustige momenten kan je eventueel afdingen. Voor mij lukte het voor 15 euro op één van de langste lijnen.
Het glijden duurt minder dan een minuut. Ik had er wat meer ‘kick’ van verwacht. Mij leek het alsof je in een rijdende auto zit die over een smalle brug rijdt.
Vanaf de brug kan je een 50-tal km langs de Tara rijden, maar zoals op veel plaatsen in Montenegro zijn er weinig of geen plekken om te stoppen en even aan het water te zitten, genietend van de indrukwekkende canyon.
Het is avond als we via Trsa het nationaal park Durmitor binnenrijden. En we komen ogen te kort. De weg slingert door een machtig berglandschap.
Vanaf de bergpas Sedlo rijden we moe en met een hoofd vol indrukken Zabljak binnen. Onze uitvalsbasis voor de volgende 6 nachten is een appartement in een groot nieuwbouwblok tegenover het busstation.
De eerste dag wandelen we rond het zwarte meer (Crno Jezero), een makkelijk inlooptochtje. Vanaf het meer heb je een prachtig uitzicht op het bergmassief.
Het pad wordt door heel wat toeristen van alle leeftijden belopen, dikwijls zonder aangepast schoeisel. We hebben er geleerd dat het niet zo gemakkelijk is om een meute schoolkinderen te passeren op een smal bergpad.
We vinden toch een rustig plekje voor onze picknick. Maar daar worden we geëntertaind door een grote kikker.
We breiden onze tocht uit richting Zminje Jezero. We lopen door de bossen en onderweg worden we geterroriseerd door horden muggen. Karen staat al snel vol beten. Maar natuurlijk is dit ook wel een mooi meertje.
De weersvoorspellingen voor dag 2 zijn niet te best, maar toch hebben we een wandeling epland naar een mooie uitzichtberg (Prutas, 2392 m). Behalve een herder met zijn kudde schapen komen we geen mens tegen in de eerste mooie vallei.
Op de Skrcko Zdrijelo pas bekijken we het weer en we beslissen om niet verder naar boven te gaan, maar de volgende vallei binnen te wandelen, tot aan het Skrka meer.
We houden een late middagpauze in de ‘berghut’ aan het meer. Die was vuil en erg basic. Maar hij ligt wel op een idyllisch plekje.
In de namiddag wandelen we dezelfde weg terug. Verbazend hoe weinig de bergen vervelen, ook al loop je dezelfde weg heen en terug.
Ik was eerst van plan om een tweedaagse tocht te ondernemen, maar de vorige dag hadden we gemerkt dat er voor deze wandeling nog te veel sneeuw lag. Dus wandel ik op dag 3 naar Ledena Pecina, een moeilijker tocht volgens ons Rother wandelboek. De weersvoorspellingen zijn slecht, dus vertrek ik in de vroege uurtjes, terwijl Karen nog zalig ligt te knorren.
De heenroute gaat door een minder bewandelde weg. Hier en daar moet ik me wat in bochten plooien om de bomen te ontwijken, die het pad proberen te heroveren. Ik ben blij dat ik aan een iets opener stuk kom bij Katun Sibalica.
Vanaf daar kom ik hier en daar door een sneeuwveldje.
Daarna begint het echte werk. Het is duidelijk dat er dit jaar nog niet veel toeristen langs hier gepasseerd zijn. De weinige voetsporen die ik aan de eerste sneeuwveldjes was tegengekomen, krijgen geen vervolg aan de grotere sneeuwvelden. Na wat aarzelen beslis ik toch om me een weg door de steile (en hier en daar harde) sneeuw te stampen. Gelukkig heb ik wandelstokken mee, anders was ik er nooit aan begonnen.
Na heel wat zwoegen en zweten heb ik eindelijk zicht op de pas, met nog een groot sneeuwveld voor me. En daar in de verte ontdek ik zowaar nog 2 wandelaars, die de tocht in de andere richting lopen. We kruisen elkaar in de sneeuw net onder de pas.
Ik geef hen wat tips mee en kort na de pas kom ik aan de Ledena Pecina. Er ligt een grote berg sneeuw voor de ingang van deze ijsgrot. Ik wurm me langs de natte rotswand en het ijs naar beneden. Iets lager kan ik via een in de sneeuw gestampte trap naar beneden. Daar kom ik in een veld van stalagmieten van ijs, sommige zeker 2 m hoog. Wat een prachtig schouwspel.
De terugweg verloopt niet via het directe pad naar Zabljak, maar nog een eindje op dezelfde hoogte, tot aan het pad naar de Bobotov Kuk. Ook hier duidelijk nog niet veel volk gepasseerd! Door te schaatsen op de onaangeroerde sneeuwvelden spaar ik wel wat tijd uit.
Ik kom een Rus tegen op loopschoentjes, die vraagt of het mogelijk is om Bobotov Kuk (de hoogste berg van het massief), te bereiken. Dat raad ik hem ten stelligste af.
Al snel kom ik aan Katun Lokvice, een herdershut met een schuilhut. Een mooie plaats voor alweer een late picknick.
Ik snel verder naar beneden en kom droog aan in Zabljak.
De volgende 2 dagen vullen we met het staren naar de regen, gaan eten, naar het WK voetbal gaan kijken en een verdere reisplanning op te maken.
Durmitor is een fantastisch gebied, waar een geoefende bergwandelaar zeker een weekje kan vullen, met eventueel tussendoor een dagje raften op de Tara. Maar in deze periode van het jaar (eerste helft van juni) lag er nog te veel sneeuw om veel gevarieerde wandelingen te maken. Ook het slechte weer zorgde er voor dat we onze plannen niet konden uitvoeren. En in Zabljak en omgeving zijn er geen ‘slecht weer’ activiteiten. We hadden beter gewoon ons boeltje samengeraapt en meteen doorgereisd naar zonniger oorden.
Vandaag (11 juni) wordt het een dagje rijden vanuit Cetinje naar Zabljak, met onderweg wat sightseeing.
Via Podgorica rijden we naar het Ostrog klooster, dat half in een bergwand gebouwd is. Onderaan de helling is er een busparking, waar we nog eens ons kampeertafeltje en -stoeltjes uithalen om te picknicken. Dan bekijken we even de kerk en beginnen aan de wandeling naar boven (zoals door de Bradt reisgids aanbevolen). Dat lijkt ons gekkenwerk met deze hitte. We keren snel terug en rijden de haarspeldbochtenweg naar boven. Bovenaan is er een grote parking waar bijna geen volk staat. Van daar is het nog een kwartiertje stijgen langs trappen. Dan kom je op een pleintje met het klooster.
Het klooster kan je grotendeels bezoeken, maar het is tamelijk beperkt in omvang. Er zijn een kerk en een aantal kapelletjes, half uitgehouwen in de rots, verbonden met trappen. In het eerste kapelletje liggen de overblijfselen van de heilige Baziel. Daar kan je gezegend (en geheeld) worden door een Servisch Orthodoxe monnik. Naar het schijnt kan het er de zondag erg druk zijn, en kan je uren staan aanschuiven om van je kwaaltjes te genezen. Wij vonden de foto van het klooster in de boekjes mooi, maar het bezoek niet overweldigend. We zouden dit niet opnieuw doen.
Na het kloosterbezoek besluiten we om niet rechtstreeks naar Zabljak te rijden, maar eerst verder noordelijk naar de Piva canyon te rijden. Nabij de grens met Bosnië is er een erg hoge stuwdam gebouwd in de smalle canyon van de Piva rivier. Dit heeft een fantastisch mooi stuwmeer gecreëerd. De weg loopt er volledig langs. Het is opletten voor putten in de weg, er zijn veel donkere tunneltjes en weinig stopplaatsen (voor foto’s), maar dit leek ons zeer de moeite.
Van de buurt van Pluzine loopt er dan een kleine weg via Trsa naar Zabljak. Deze start met een steile klim uit de Piva canyons, met zowaar een aantal haarspeldbochten in donkere tunnels (hoe komen ze erbij). Maar de zichten onderweg, op de canyon, zijn adembenemend.
Na een eind door bebost gebied kom je dan op het hoogplateau met prachtige bloemenweides met daarachter de bergen. We waren echt overweldigd door deze schoonheid!
Vanaf het nationaal park Durmitor verandert het zicht, maar dat lees je in de volgende blogpost!
Na de ladder van Cattaro reden we in wijzerzin rond Lovcen nationaal park, tot in Cetinje. Deze weg is grotendeels vernieuwd en verbreed, wat een herademing was na de smalle ladder.
Meteen reden we door naar het mausoleum van Petar II Petrovic Njegos (1813-1851). Dit was de laatste prins-bisschop en voor velen de grootste leider van Montenegro (daarna werden kerk en staat gescheiden). Daardoor kreeg hij een speciaal plaatsje: het mausoleum ligt op de top van een berg. Je hebt er adembenemende vergezichten in alle windrichtingen. Volgens ons is dit echt een aanrader.
In het (kleine) nationale park kan je mooie wandelingen maken. Daarvoor kan je verblijven in Ivanova Korita. Maar dat sloegen we over omdat we de komende dagen naar andere wandelbestemmingen trekken.
Cetinje was ooit de hoofdstad van Montenegro, en kende zijn bloeiperiode tussen 1878 (toen Montenegro als land erkend werd na het verdrijven van de Turken) en 1914. Na de eerste wereldoorlog werd het land geannexeerd door de ‘verlossers’ van Servië. Daarna maakte het deel uit van Joegoslavië. In 2007 kon Montenegro zich losscheuren van Servië en terug zelfstandig worden.
Cetinje is (was) een stadje in verval, omdat het na 1914 veel minder belangrijk werd. Heel wat gebouwen staan leeg en/of zijn verwaarloosd. Maar er is een bloeiende cultuurscene en er zitten een aantal faculteiten. Hopelijk wordt er geld gevonden om alles in zijn oude glorie te herstellen. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn een oud paleis, een aantal musea en een aantal oude ambassadegebouwen van eind 19e-begin 20e eeuw. Er is ook een klooster waar een splinter van het kruis van Jezus en een hand van Johannes de doper bewaard zouden worden, maar dat is enkel interessant voor gelovige Montenegrijnen.
Wij liepen gewoon een uurtje rond in het stadje, namen wat foto’s en hadden het daarna wel gezien.
In Cetinje hadden we een appartementje in de wandelstraat, tussen de cafeetjes en restaurants, met achteraan een vlot bereikbare parking. Weinig toeristen blijven hier overnachten, maar het is wel een leuk stadje om gewoon één nachtje te blijven, op doorreis naar een andere bestemming.
Het wordt tijd dat ik nog eens een wandelingetje maak. Daarvoor selecteer ik een uitdagende wandeling uit de Rother wandelgids (wandeling nr. 3). De Rother boeken zijn onze favoriet voor dagwandelingen!
Gisterenavond is het zwaar beginnen regenen en voor vandaag zijn de voorspellingen ook niet te best. Na verschillende keren verschillende weer apps te bekijken beslis ik om 10u30 om toch te vertrekken. Vanuit Herceg Novi rij ik een half uurtje de bergen in tot aan het startpunt.
Ik ben nog geen 10 minuten aan het stappen en het begint te gieten. Ik sta de regenbui uit onder een boom en twijfel hard om verder te gaan.
Gelukkig klaart het een paar minuten later volledig op. Maar intussen is mijn broek wel doorweekt…
Na een wat saaie grindweg buigt een pad af, steil de bergen in tot aan de berghut Za Vratlom.
Van daar gaat het door een mooie bergweide, waar ik word begeleid door het gesnerp van de krekels. Ik kom er een grote groep wandelaars tegen, de laatste mensen die ik in de volgende uren zal zien.
Daarna begint het echte werk: heel wat uitdagend geklauter over rotspartijen en langs een paar diepe kloven.
Na een uur of 2 wandelen kom ik na een stukje bos aan een overhangende rots. Ik zie een donkere wolk naderen en beslis om hier mijn middagmaal te nuttigen. Snel wat warme kleren aan en mijn broodje beleggen.
Nog geen 5 minuten later begint het hard te regenen. Een halfuurtje later is het opnieuw wat opgeklaard en kan ik verder.
Na nog een half uurtje steil klimmen kom ik op de top. Bij mooi weer heb je hier uitzicht op grote delen van de Dalmatische kust, de baai van Kotor en de andere bergmassieven van Montenegro. Maar door de wolken zie ik er helemaal niets. 😦
Na de top gaat het in de andere richting verder, langs een aantal zeer uitdagende afdalingen en zeer mooie delen over geërodeerde kalksteenrotsen, met daartussen diepe spleten. Intussen zijn mijn voeten doorweekt van de natte vegetatie.
Dan volgt een lang stuk door een mooi beukenbos, op een tapijt van half verweerde bladeren.
Na even 5 minuten verkeerd te lopen kom ik bij een mooie bergweide.
Even de OsmAnd Maps app checken en die leidt me meteen weer in de goede richting. Ik passeer aan een grot en kort daarna kan ik van een colaatje genieten bij de berghut, waar ik heel vriendelijk ontvangen word door de huttenwaard en -waardin. Ze proberen me er te houden, maar na mijn cola snel ik terug naar de auto. Tegen 18u ben ik terug in Herceg Novi. Moe maar tevreden.
Ondanks de slechte weersvoorspellingen was het een geslaagde wandeling. Jammer van het uitzicht boven. De groep die ik op de heenweg tegenkwam had minder geluk. Zij dachten om vroeg te starten, maar zaten boven in de regen en de bliksem. Leve de weerapps! Maar wat ben je daar mee als je geen ontvangst hebt bij de berghut?
Het natte weer brengt natuurlijk ook een aantal leuke zaken mee, zoals de duizenden slakken, de kevers die slakken eten en reuze paddenstoelen.